Geef mij je hand (epiloog)

De beste stuurlui staan aan wal, zoals altijd. Ik krijg veel advies over hoe het nu verder moet mijn hand.

De genezing van de huid is compleet. De pink is nog steeds krom, en ook de ring-en middelvinger willen niet meer strekken.Ik heb twee bruikbare vingers. Operatie mislukt.

‘Rechtzaak!’ brommen de stuurlui aan de wal.

Als ik tegenwerp dat ik een stapel papieren heb ondertekend die er waarschijnlijk voor zorgen dat ik dit niet kan doen, brommen zij door dat het geen bal uitmaakt. Gewoon voor het gerecht dagen. Als ik vervolgens tegenwerp dat een miljoen RMB mij nog steeds geen hand bezorgt, brommen zij dat ik dan iemand kan huren die dingen voor mij tilt, schrijft, opent.

Hm.

Kolder natuurlijk.

A.s.maandag ontmoeten de chirurg en ik elkaar voor de eerste keer sinds de operatie. Ik heb ook de verzekeringsmaatschappij uitgenodigd, omdat zij sowieso gaan betalen voor een vervolg. Fysio? Een nieuwe operatie? Of toch die miljoenenrechtzaak?

Wordt hier nog gewerkt?

De economische crisis heeft China natuurlijk al bereikt. Ik neem aan dat ik eerder schreef over de nieuwe belasting die China heft voor buitenlanders: 1100 euro per maand, vriendelijk genaamd The Social Insurance Tax. De Baas zag de bui hangen en vroeg iedereen in de school om input: waar denken jullie dat we kunnen bezuinigen?

Dat is beantwoord met een stortvloed van ideeen. En blijkbaar sloeg het aan, want wij krijgen, vraag mij niet hoe dat kan, een loonsverhoging het komend jaar. Hoe dat er in de toekomst uitziet?

Een aantal collega’s houdt het echter voor gezien. Dit gebeurt elk jaar en is niets vreemds: de meeste expats blijven voor een jaar of 3 of 4 op een plek en willen verkassen. Groenere weiden over de heuvel.

Een enkeling noemt de opkomende veranderingen binnen de school ( de kaarten worden opnieuw geschud, niks mis mee volgens mij), de meesten hebben het over de luchtvervuiling, de stijgende prijzen, en tja, gewoon de behoefte aan iets nieuws.

De wandelgangen zoemen. De uiteindelijke lijst van vertrekkers is niet bekend; pas half december wordt van ons een definitief besluit verlangd. Er wordt nagedacht, gesproken, gemijmerd, gemord. Er gaat veel in de weegschaal: school, salaris, leefomgeving. Een collega die deze week werd aangenomen voor het komend schooljaar op een school in Djakarta, moest een beter salaris afwegen tegen slechtere woonomgeving, maar wel met een hele goeie school.

De wandelgangen zoemen, maar dat gaat aan mij voorbij. Mijn baan is opnieuw gedefinieerd: groep 7 Learning Support. Dat zijn 110 kinderen, 1 gang, vijf lokalen. Ik ga niet meer naar de kleuters, hoef niet mee te denken met groep 6. Ik kan mij volledig richten op 1 grade. Dat is een flinke verbetering.

En ik zal wel eens mopperen over de vervuiling, of China. Maar verhuizen gaat voorlopig niet gebeuren, dank u wel. Mijn volgende verhuizing is naar de plek waar we gaan pensioneren.

de baas

In groep 6 krijgen de kinderen op een zeker moment de opdracht (tijdens een cyclus poezie-schrijven) om hun ideeen te verwoorden rond het idee: wat zou jij doen als jij de baas van de wereld was?

Natuurlijk gaat het eerst over grote paleizen, paarden (meisjes) , sportwagens (jongens), onbeperkt ijsjes en hamburgers, spelcomputers, en de hele kapitalistische reutemeut, en daarna over wereldvrede, het einde van de honger in de wereld, en het welzijn van de dolfijn, de zeehond, en de dwarsgestreepte brulboeikikker in Bikibikiland.

Een handvol weet het overtuigend te brengen, dat dan weer wel.

Kijk, als het aan mij lag was het allemaal veel simpeler. Wij, volwassenen (of wat daar voor doorgaat) zijn door het leven gepokt en gemazeld, en doorgaans wat realistischer. Ik zoek het dus wat dichter bij huis.

Ik zou willen dat de mensheid wat minder zou praten. Preciezer: het gelul moet de wereld uit. Het blahblahblah omdat men zo nodig gehoord moet worden. Omdat er veren in de eigen kont gestoken moeten worden. Met woorden, veel woorden, veel onnodige, energieverslindende woorden. (Werd, bijvoorbeeld, schiet me nu te binnen, vandaag op stel en sprong geroepen in een bijeenkomst met ouders, waarin de leerkracht en de support teacher 20 minuten ratelden over de verbazende vooruitgang van de leerling, zo druk bezig met het inprikken van veren in elkaars kont dat ze niet doorhadden dat de Koreaanse ouders geen enkel benul hadden van waar het nu eigenlijk over ging. Een voorbeeld.)

Verder zou iedereen gedwongen moeten worden, op straffe van een boete, om te spreken in volwaardige zinnen. Een afgemaakte gedachte, vormgegeven tussen een hoofdletter en een punt. Geen gehuppel tussen ideeen, geen broddelbreiwerkjes, maar een doordachte, helder geformuleerde zin.

Het zou ook fijn zijn (maar ik verlang een hoop) dat mensen menen wat ze zeggen. Tja, ok, dat is een hoop gevraagd.

Als ik de baas van de wereld was, dan was dat mijn verlanglijstje.

Plus natuurlijk een paleis en een sportauto. Vooruit, een paard.

 

Maak een thuis

Ik ben in China, maar, op hetzelfde moment, ben ik er niet.

Zo druk bezig met alles een plek te geven. Doos na doos bevat foto’s en boeken en objecten. Ik kan geen enkel fotoalbumpje in de kast zetten zonder even te kijken. Daar gaan weer tien minuten: New York, Uzbekistan, Alex, mijn 40ste verjaardag, de school toen hij net was gebouwd. De boeken zijn even een stiefkindje. Howel, ik had Fantastica van Merel Roze even in de hand (getekend oor Merel) en ik verhuisde die naar mijn nachtkastje. Nog maar eens lezen.

Zo druk met alles een plek geven. De stopcontacten in dit nieuwe huis zijn vreemd gezaaid. De keuken heeft er 10. Elk keukenapparaat dat ik zou willen verzinnen, vindt er zo een plekje. In de huiskamer moest ik sleutelen achter de televisie en onder de bank. Lampen zijn namelijk mijn alles. Ik ben een schemerlamp fanaat. Het wordt wel tijd voor een paar nieuwe, zag ik vandaag.

Zo druk met alles een plek geven. De kleren hebben allemaal hun hangertjes. De badkamers zijn op orde. Hoeveel medicijnen heeft een mens nodig? Laatjes vol, dus. Schilderijen staan nu nog gepakt in dozen, en ik zie kale muren, die eigenlijk ook wel prettig zijn, of toch niet? De keuken is gereed. De DVD speler is aangesloten.

Zo druk met alles. Buiten raast het verkeer op Jiang Tai Lu voorbij. Een leuke straat om naar te kijken, vanuit de keuken. Het wordt winter: ingepakte mensen op scooters en fietsen, stomende paarden met een kar met bakstenen, een dikke Mercedes toeterend. Vanaf de zesde verdieping kijk ik op China: een restant van een hutong, nieuwbouw, en de verwarmingscentrale die dikke rookwolken blaast. Ik zie de boomgaard rechts (de grens van Beijing zoals ik het ken) en de wolkenkrabbers links (richting het centrum).

Ik ben in China, maar druk met het maken van een thuis. Ik ben dus even niet in China.

Takken thuis

Hoogleraar Peter Barthel heeft twee weken vrij genomen om te onderzoeken, in Nederland en de Verenigde Staten, hoe de maan staat afgebeeld op inpakpapier.

Deze zin, die ik niet zonder sarcastisch gegrinnik kan lezen, mag u best even laten inwerken.

Zijn onderzoek, en laten we hopen dat hij inderdaad vrij heeft genomen, en niet is betaald!, heeft aangetoond dat de maan verkeerd wordt afgebeeld.

“”De volle maan komt op als de zon ondergaat, een maansikkel ontstaat doordat de zon van opzij, dat wil zeggen van rechts in de avond en van links in de ochtend, op de maan schijnt, legt Barthel uit.

”Mijn onderzoek toont aan dat de leek – in dit geval de illustrator – niet begrijpt hoe de fasen van de maan ontstaan en dat kennelijk ook niet wil begrijpen”, aldus de hoogleraar.”

Grutjes.

Zou de hoogleraar begrijpen dat als wij zingen: “Zie de maan schijnt door de bomen…”, dat wij kunnen verwijzen naar een middernachtelijk uur, of misschien iets rond de klok van negen? Zou hij kunnen snappen dat het pakpapier met kale bomen en vole manen iets romantisch kan beduiden, iconisch wellicht, zoals harten horen bij Valentijn, en besneeuwde bomen bij Kerst?

Alles maar onderzoeken, kapotmaken. Bwah. Blijf met je takken van Sinterklaas maan af!

werk

Dat, na 31 jaar in het onderwijs, ik nog steeds af en toe wakker schrik, in het holst van de nacht, en denk: maar dat doen we niet goed!, dat is gewoon een goed teken.

Niet goed voor de nachtrust en het gestel. Maar wel goed om te weten dat mijn werk me nog steeds raakt. Echt raakt. Zo raakt, dat ik er dromen voor onderbreek, opveer in bed en mompel: nee, nee, nee.

Hoe maak ik het curriculum toegankelijk voor een 12-jarig meisje met de verstandelijke vermogens van een 8-jarige? De kloof tussen haar en haar klasgenoten gaapt steeds breder, zij gaat zich meer en meer beseffen dat er een kloof is, en het grote vraagteken hangt boven mijn hoofd, in het midden van de nacht, knipperend, hoe doen we dit?

Het schooljaar begon zo goed, met een begrijpende leerkracht, voldoende hulp van mijn kant, blije ouders en een blij kind. Maar nu zie ik merkwaardig gedrag, af en toe een huilbui of pure paniek, en ik puzzelde me suf: wat gebeurt hier?

We deden het goed, en plotseling is er iets veranderd? Vanmiddag, na de doorwaakte nacht, had ik het opeens bij de kladden.

De leerkracht.

De leerling was een andere plaats aangewezen, verder weg van de leerkracht. Correctie van haar huiswerk was niet gedaan. Correctie van haar klaswerk werd niet gedaan. De leerkracht vroeg om hulp van de counselor, en vroeg mij een bijeenkomst op te zetten met het vervolgonderwijs, om ze te wijzen op de problemen die ze met deze leerling zouden kunnen hebben.De leerkracht vroeg mij om extra tijd voor deze leerling.

Grutjes, de leerkracht had geen zin meer in deze leerling!

Op stoom, maar beheerst, walste ik vandaag de klas binnen en had een kort maar stevig gesprek met de leerkracht. Ik sprak over ‘wij’ in plaats van ‘jij’. Wij kunnen dit beter.

Ze werd heel stil. Ze zei dat ze er over moest nadenken.

Dit kon nog wel eens heel ingewikkeld worden.

 

 

 

 

 

Dag huis!

Voor de laatste keer gingen wij naar het oude huis.

Volkomen natuurlijk openden wij het hek, en de voordeur beneden, en toen we boven waren klopte ik beleefd. Waarna ik natuurlijk de sleutelkermiskraam overdroeg aan de huisbaas. Het voelde erg vertrouwd, allemaal, en dus een beetje vreemd.

Vanavond werd de zaak beklonken. Zou ik mijn ‘deposit’ terugkrijgen?We staan in een leeg huis, de meterstanden worden opgenomen.

Twee weken geleden bood ik de huisbaas aan om een gedeelte van zijn meubilair over te nemen, met name het bureau en twee kasten in de studeerkamer. Voor 50 euro ging hij meteen akkoord, en de breedbeeld TV kreeg ik er voor niks bij.

Vanavond ging het dus om een rekensom. Deposit minus 50 euro plus wat nog op het energietegoed stond. Dat bleek dus ruim 130 euro. De huisbaas moest er van zuchten.

Ik vroeg hem dus vanavond, na de overdracht, zeer nadrukkelijk of alles in orde was.

“Betere huurders had ik niet kunnen hebben.” zei hij.

Het was wat vreemd. De Senseo stond verlaten op de grond. Tja, dienstweigeren, dat komt ervan. De verhuizers hadden mijn laatse asbak geleegd op de grond. Er was ook een lege yoghurtfles.

Ik vond nog een ingepakte tandenborstel, en stopte die in mijn zak.

Dag huis.

 

kou

De winter rammelt aan de deur. Een bitterkoude wind jaagt door de straten, en op het binnenplein tussen de flats zwieren blaadjes en twijgen in kleine orkaantjes: Tommie en Noodles krijgen er geen genoeg van.
Gelukkig hebben we in deze flat een goede verwarming.
Ik bleef vandaag thuis. Een hardnekkige kopkou, een snotfabriek, dichte oren en (ik vermoed) een zware vermoeidheid brachten mij tot dat besluit.
Ik sjokte om 6.45 naar de studeerkamer, viste mijn laptop uit een doos, kroop weer onder de wol, belde school, en schreef vervolgens het lesplan voor de invaller. Dankzij de nieuwe en sterke Wifi kan dat zomaar, van onder het dekbed.
Maar ziek zijn is tegenwoordig niet meer leuk. Ik moest nog zoveel, dus mijn koortsdromen tussen 7.15 en 9.20 waren vermoeiend. Om 9.20 klapte ik de laptop weer open om te ontdekken dat mijn email nog in de outbox zat. Hameren op de toetsen, grommend. Duurde vijf minuten voor de email vloog.
Slapen dan maar weer.
Daarna badkuip, vol knagende gedachten. Ik besloot om wat aan mijn rapporten te schrijven. Het zijn er niet veel, maar een kop vol snot blokkeert je denken, of althans dat deel van je brein dat een beetje redeneren. Om over woordkeus en gramatica maar te zwijgen.
Dutten in de stoel met voetenbank op het balkon in een mager middagzonnetje. Nee, dat is een binnenbalkon (ik ben niet gek, nog niet), een verlengde van de woonkamer waar je tussen de planten goed kan genieten van de binnentuin en de zon. De katten voelen zich er ook thuis, dus we moesten af en toe aan elkaar wat territorium inleveren.
Dankzij het supersnelle internet een beetje Paul De Leeuw gekeken. Mijn koortsig hoofd wilde opeens gewoon naar Nederland. Ook plotselinge trek in hutspot, met veel uien. Ik hoorde de wind loeien, de schemering viel in, DD kwam thuis met boodschappen. Half slaperig hoorde ik pannendeksel rammelen. Geen hutspot, maar kip.
Vandaag was het loketje Achterob gesloten voor verkeer. Vanavond lekker slapen, en morgen ‘gezond’ weer op.

Bar (1)

“I can not tell you how happy I am that I found this bar.”, zei de man met de bolle wangetjes.
Hij had al een uurtje achter zijn bier gezeten voor hij het durfde mij aan te spreken.
Ik kan met een ieder een gesprek aanknopen, maar soms zie je klanten die eigenlijk wat tijd voor zichzelf willen, en ik heb daar een zintuig voor ontwikkeld.
Deze man, eerder aan mij beschreven door DD als een Mr.Bean look-alike, tuurde langdurig in zijn glas.
Maar via een serveerster maakte hij contact.
Hij bood eerst aan om piano te spelen tijdens onze kerstliedjesmiddag in december, maar ik kon hem vertellen dat we al een pianist hebben.
Daarna begon hij, natuurlijk, te vertellen over zichzelf, nadat ik hem op het juiste pad zette.
Brit, muziekdocent, mijn leeftijd, ongetrouwd, en pas vier weken in Beijing na een een baan in Afrika. Hij kreeg een baan op een internationale school die net haar deuren opende. Het duurde een hele tijd voor zijn visum kwam, maar uiteindelijk was hij dan hier, om te ontdekken dat er slechts 7 studenten waren, varierend in leeftijd van 4 tot 15. Met hem kwamen 12 andere leerkrachten, jonge honden, die het buitenland als een avontuur zagen, zich geen zorgen maakten over het gebrek aan leerlingen, en elke avond de kroeg opzochten.
“I live in an apartment somewhere in the north of Beijing.”, zei hij, “and there is nothing. No restaurants. No bars. No shops. I do not know how to get the gas working. I can not cook. I don’t speak Chinese. I am so glad I found this bar.”
Het werd nog een beetje erger. Omdat hij later arriveerde dan zijn ‘shipment’, heeft de douane zijn dozen geopend, en wilde alles verkopen. Iemand van het verhuisbedrijf heeft er voor gezorgd dat dit niet gebeurde, maar zijn spullen liggen nu in hopen ergens in een container, en hij krijgt het enkel terug als hij 3500 euro neerlegt, geld dat hij even niet heeft.
In zijn spullen zitten ook zijn fotoalbums van toen hij een kind was.
Je kunt een dergelijk verhaal niet met droge ogen aanhoren: een slechte baan, een matig salaris, je spullen bijna kwijt, en mogelijk geen baan na dit jaar. En dan ook nog eens hopeloos verloren in de grote stad Beijing, zonder hulp.
En waarom had hij zich bij een eerder bezoek an de bar aan DD voorgesteld als Mr.Bean?
“Ah…”, zei hij, en hij kalarde aanzienlijk op. “In Africa I used to put on these big plastic ears, and I would cycle through the village. And they all shouted. Mr. Bean! Mr. Bean! Ah, those were the days.”
Glinsterende ogen boven een verse bier.

Verhuizen (slot)

Acht mannen marcheerden het huis binnen op een vroege zaterdagmorgen. Ik had Tommie en Noodles bij de kraag gevat en in hun reiskooi op het balkon gezet.
Dozen, plakband, kabaal, stof, en 8 vreemde mensen die jouw persoonlijke bezittingen oppakken, verplaatsen, in een doos kwakken of uitgebreid bekijken.
Wij hadden wat voorwerk kunnen doen en een en ander hebben weggemikt.
Maar omdat wij ook overvallen werden door het commando: “Gij zult verhuizen!”, en wij vanaf die dag druk aan het zoeken waren naar een nieuwe plek, en omdat dat veel energie kostte is dat er niet van gekomen, en verhuisden wij dus 60 dozen plus meubels, een twee kleine vrachtwagens vol.
Het feest aan de andere kant is natuurlijk nog leuker: daar komen die dozen die je net zag inpakken, weer tot volle bloei.
Bij de deur dirigeerde DD de dozen links en rechts, en ik de meubelstukken.
Dozen, plakband, kabaal stof.
Tommie en Noodles waren inmiddels door mij wandelend overgebracht naar een van de badkamers, maar ze bleven mokkend in hun kooi totdat alles en iedereen weg was, natuurlijk.
Toen hadden wij inmiddels 50 van de 60 dozen tot een stuk karton verwerkt.
DD regelde het internet (een supernslle verbinding) met een extra sterke Wifi die het zelfs tot in de uithoeken van de flat reikt, de verwarming, een verstopte afvoer en een nieuw slot op de deur.
Vandaag gingen we daarom maar eens uitgebreid brunchen met champagne.