Het bed was comfortabel, zij het iets te kort. Maar omdat de operatie om 8 uur op de agenda stond was ik al voor het krieken van de dag klaar wakker. De zusters ook.
Er zat natuurlijk geen ontbijtje in, maar er was wel een zuster die weer even een vaatje bloed kwam tappen, gevolgd door stilte.
Ik ben niet benauwd voor operaties of andere medische ingrepen (met uitzondering van de tandarts): ik geef mij graag over aan de medische experts die met spuitjes en infuusjes een heerlijke algemene verdoving kunnen maken die mij doen geloven dat dood zijn zo slecht nog niet is.
Maar toen rond 8.30 niemand mij kwam halen voor de beloofde operatie klopte de honger aan, en ik liet mijn blik dwalen door de kamer, elk object beoordelend op knaagbaarheid.
Om 9.00 kwam een zuster vertellen dat de operatie even was uitgesteld.
Om 10.00 uur kwam een zuster vertellen dat de operatie even was uitgesteld.
Ik had inmiddels de afstandsbediening van de TV in mijn vizier als een aantrekkelijke snack, die ze vast niet zouden missen.
Om 11.00 kwam een dokter vertellen dat mijn operatie was uitgesteld. “I not know for how long.”, zei ze vanachter haar mondkapje. “This moment patient very sick. We fight for life. “
Ik keek naar mijn pink. Een leven, ja, daar woog het welzijn van een pink of hand niet tegenop.
Om 11.01 dartelden vijf verpleegsters mijn kamer binnen.
“OK, Rob, let’s go!”
‘Go where?”
“Operation!”
“No no, the doctor just said, no operation for now…”
Ze giechelden, dachten waarschijnlijk dat die buitenlander opeens plankenkoorts had gekregen en niet meer durfde.
“No, no, we go now.”
Ze reikten mij een bloemetjes pyama aan. Nou ja, ik ben ook de beroerdste niet.
Een zuster (alweer met monddoekje en erg indrukwekkende bril) stond voor mij en mompelde iets dat ik dat niet verstond.
“I don’t understand.”, zei ik.
Ze herhaalde, en ik snapte er nog steeds niets was. Dit was een pijnlijk moment: op blote voeten, in een te kleine bloemetjespyama, vooroverbuigend naar de zuster, op weg naar de snijtafel, en mij werd iets belangrijks gevraagd?
“She just want to know if you have any false teeth, dearie…”
Grannie stond opeens in de kamer.
“No, no, no false teeth!”, haastte ik, en wilde Granny wel zoenen. Maar daarvoor was geen tijd. Ik werd in een rolstoel geduwd en kon enkel nog wuiven.
“Good luck, my dear!”, riep Granny.
Vort gingen wij: lift, lobby, parkeerplaats, bouwplaats, door de keuken (hier neemt overdrijving even over; wij passeerden de keuken, maar ik zag dat er weer flink werd gekookt), lift, gang, en opeens waren wij in ‘Operation Alley’: tien of twintig of dertig operatiekamers, rondrennende dokters, zusters, trolleys met potten en spuiten, lichamen overal in de gang op brancards en bedden, slapend of dood, en wij, de duwende zuster en ik, zigzaggend tussen al deze gespannen bedrijvigheid.
Ik was aangeland op de set van M.A.S.H.
Wat een heerlijke verhalen, qua verhalen dan natuurlijk. Wat verliep mijn ziekenhuisopname dan ordentelijk.
Hoi Rob, fijn dat je weer schrijft. Beterschap, zo te lezen ben je niet in het Beijing United Family Hospital of de SOS clinic.
Veel groeten van Helmy, Ruud, Fabienne, Peter-Jan en Reinir