Geef mij je hand (4)

Ik voelde dat ik wat ineengedoken in mijn rolstoel zat, en dat, in combinatie met de te kleine bloemetjespyama, moest een deerniswekkend beeld geven in deze bedrijvige gang met een schijnbaar onafzienbare rij operatiekamers. Fier rechtopzitten was echter onmogelijk: opklapbare rolstoelen verlangen een gebogen houding, bijna een gebogen hoofd, een lam ter slachting.

De zuster remde abrupt bij de ingang van een ‘recovery room’ met zes slapende wezens, gekoppeld aan slangen en pompen. Aan het eind van de kamer zag ik de operatiekamer die deze wezens had geproduceerd. De deur stond op een kier, maar binnen werd, dat kon ik zien, nog druk gesleuteld.

“Oh…”, zei de zuster, “they are not ready yet.”

“Told you so.”, gromde ik.

Ze parkeerde me in de recovery room, in de hoek, met mijn neus richting muur. “De doctor will come.”, zei ze, en verdween.

Een merkwaardige situatie, een die ik had willen vermijden. Ik voelde me naakt, beroofd van privacy en bescherming, onzichtbaar in de hoek. Met een beetje pech zouden ze me gewoon vergeten, en zat ik hier vanavond nog.

“Waarvoor zit die meneer hier?”

“Ik weet het niet. Hij staat niet op mijn lijst.”

“Ook niet op de mijne.”

Er kwam een hand op mijn schouder en Dr.Wang verscheen in beeld. “Are you nervous, Rob?”

“Absolutely not.”, pochte ik. “Just hungry. I could eat your clipboard.”

Dr. Wang heeft wat snippers gevoel voor humor, en hij grinnikte, het Aziatische lachje dat zoveel kan betekenen, dat ik de aandrang om te vragen of hij misschien nerveus was, onderdrukte, wat misschien beter was voor zijn en vooral mijn gemoedsrust.

We voerden een ‘niets-aan-de-hand- gesprek’ (er zijn zoveel uitdrukkingen in de taal waarin het woord ‘hand’ voorkomt, dat het bijna onmogelijk is ze te vermijden, hoezeer ik ook probeer) over China, gezin, zijn kinderen, en mijn gebrek aan kinderen, mijn werk en zijn werk. “Today 80 operations in this hospital”, zei hij trots. Ik klikte bewonderend met mijn tong, maar hoopte vurig dat de mijne voldoende aandacht zou krijgen, en niet, vanwege de werkdruk, zou worden afgemaakt in de bezemkast door een stagiaire.

“It is time.”, zei Dr. Wang opeens, en hij reed mij hoogstpersoonlijk de operatiekamer binnen.

Een air van professionaliteit hing in de kamer. Snel en doeltreffend werd ik aangesloten op de machines. Een bijzettafeltje werd aangeschoven waarop mijn hand werd neergevlijd op zijn eigen zacht matrasje.

De aenesthetist bemoeide zich met mijn enkel. “This will feel like a mosquito bite.”, zei hij. Yep. “That was a big mosquito.”, zei ik. Dr. Wang had inmiddels een pen uit zijn borstzakje getrokken en begon te tekenen op mijn hand. “Just drawing.”, zei hij dromerig. Ik voelde langzaam de warme zaligheid van de verdoving optrekken door de lendenen, een glorieus moment dat van mij nog wel wat langer mocht duren. Het gemurmel, het gepiep, en de zachtjes neuriende Dr.Wang die zat te doedelen op mijn hand, ach, kon het altijd maar zo zijn.

Licht uit.

 

 

 

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s