Met dank voor uw geduld.
De hand in het gips werd de minste van mijn problemen: de ontsteking in mijn onderbeen nam over. Met slechts 1 werkende hand en 1 werkend been werd het leven een flink stuk ingewikkelder.
Het ziekenhuis ontkende elke betrokkenheid bij die infectie, ontkende ook de infectie, en knarsentandend hinkelde ik voort. Langzaam strompelend van mijn huis naar de taxi werd ik links en rechts ingehaald door 80-jarigen met wandelstokken.
De ‘painkillers’ werkten op de hand, maar niet zo zeer op het been. (Altijd gedacht; hoe weten die pillen waar ze heen moeten?)
Uiteindelijk zocht ik contact met de verzekeringsmaatschappij, de oorzaak van mijn problemen. Zij hadden mij dit ziekenhuis aangeraden: het zou mij niets kosten, in tegenstelling tot mijn vertrouwde ziekenhuis, en tja, 2000 euro uit eigen zak, of niets betalen…Inderdaad, goedkoop is soms duurkoop.
Mijn email beschreef ongeveer het onderstaande, zakelijker, en wees op gebrek aan communicatie, het gebrek aan zorg en het gebrek aan nazorg. Deze email, die een verbazend vriendelijke toon had, belandde uiteindelijk op het bureau van het Hoofd van de kliniek, die mij vervolgens vriendelijk bedankte voor mijn positieve bijdrage aan de verbetering van hun service.
Ik meldde me voor de verwijdering van de hechtingen, en werd vooraf met een rode loper ontvangen, en een dokter die besloot dat mijn been inderdaad een infectie had. Daarna kwam de dokter die de hechtingen eruit ging halen, en hij ontkende ten stelligste dat er sprake was van een infectie. Daarna peuterde hij de draadjes eruit, waarbij zijn volle gewicht in de strijd moest gooien om mij op het bed te houden, want het was alsof levende zenuwen uit mijn hand werden gerukt. Ik ben niet kleinzerig, maar dit was niet fijn. Het hoofd van de Kliniek kwam informeren naar mijn gezondheid.
Ik kreeg een nieuwe tas met medicijnen mee, genoeg om Afrika te genezen, maar parkeerde die ballorig in de kast.
De infectie in mijn been was de volgende morgen, na 24 uur geen medicijnen, zo goed als weg.
De wond genas langzaam. Ook nu, terwijl ik dit typ, is er nog een korst, een bruin hard tulpje uit de muis van mijn hand omhoog steekt, en vrolijk kan draaien maar waarschijnlijk nog vastzit met een eenzame hechting, Mijn vingers zijn niet recht. De pink staat op 30 graden. Alles is nog wat gezwollen hier en daar, en strekken kan ik de hand niet.
Kortom: het lijkt erop dat hier is gefaald.
We zijn vijf weken verder, dus gisteravond schreef ik mijn lieve vrienden van de verzekeringsmaatschappij een vriendelijke email (ik wee took niet waar ik dit geduld vandaan haal) en vroeg om een nieuw onderhoud met Dr.Wang, die ik, nadat de narcose toesloeg, niet meer heb gezien. Ik vroeg me af of hij misschien zijn handwerk wil komen bewonderen?
Dat ik in alinea twee van mijn vriendelijke email wat mijmerde over een eventueel vervolg met een advocaat verklaart misschien dat er nog geen antwoord is op deze email.
“Give me your hand.”, zei Dr. Wang, de eerste keer. Ik reikte hem mijn hand. Hij knikte zeer begrijpend. Zijn hangwangetjes schudden mee. Hij leek op een trouwe hond. Hij liefkoosde mijn hand, zoals een keramisch kunstenaar klei bevoelt. Hij was de gelauwerde expert, die alles wist van handen. Handen zijn namelijk een van de moeilijkste onderdelen van het menselijk lijf om te opereren. De zenuwen zijn wijd verspreid, de spieren en pezen luisteren nauw. Handen zijn ons contact met de wereld: ze voelen en pakken, grijpen, openen, sluiten, draaien, schrijven, lezen en liefkozen.
“Give me your hand.”
Daar heb ik spijt van.
Ja dat kan ik me levendig voorstellen. Wat een ellende, joh. Als je alles van te voren had geweten had je die pink gewoon lekker die pink gelaten.
Maar as is verbrande turf. Mag Dr. Wang ooit nog wel aan je hand komen? Nee toch zeker?
Tjee, wat een ellende zeg… ik hoop niet dat mij dat als gitarist nog ooit gebeurt, dat zou een zo mogelijk nog grotere ellende zijn, maar welke mens is er niet afhankelijk van zijn handen? Het is zo ongeveer wat ons onderscheidt van de andere dieren.
Dat is wel heel vervelend zeg. Sterkte er mee.