Mijn moeder had haar krulspelden in gezet, omdat ze de dag erop gezellig de verjaardag van haar schoonvader zouden gaan vieren. Haar schoonouders (mijn opa en oma) woonden boven, dus het was ons-kent-ons, een knusse familie, maar mijn moeder wilde graag goed voor de dag komen.
Met krulspelden in werd mijn moeder naar het ziekenhuis gebracht (in mijn fantasie in een ouderwetse ambulance met blauw zwaailicht) in de late avond van 16 november 1959. Misschien ijzelde het licht en slipte de ambulance hier en daar.
In de vroege ochtend, rond 6.00 uur, werd ik geboren.
Ik was mijn grootvaders kadootje. Geboren op 17 november, zijn verjaardag: ik kan me iets voorstellen van zijn blijdschap.
Hij was een kelner in een bekend hotel in Haarlem, en mij is verteld dat hij vaak bovenaan de trap mij riep, en hoe ik dan naar hem opkeek.
Ik heb hem nooit gekend. Hij stierf een jaar later.
De opa met wie ik een verjaardag deel, voor hem brand ik een kaarsje.
Toch mooi dat hij jou nog gekend heeft.
Alsnog gefeliciteerd met Opa en met jezelf!