Een schop onder de luie kont, dat heb ik even nodig. Kijk, allemaal goed en wel, dat luieren onder de kerstboom, en dan dat geluier ook nog even een paar dagen voortzetten zonder kerstboom, maar ik betrap mijzelf op steeds later naar bed gaan, en steeds later opstaan, en veel rondhangen op de bank of in de badkuip. Toegegeven: buiten valt niet veel te beleven. Donker en grijs, een dun laagje sneew, een ijzige kou: ik sta niet te springen om de deur uit te gaan.
Maar ook in de bovenkamer is het erg stil. Er zijn wat meubels verschoven, en af en toe is er een kuchje of het schrapen van de keel, maar verder is het doodstil.
Een wijs therapeut heeft ooit aan mij uitgelegd dat door lichaamsbeweging een stof wordt aangemaakt waardoor we ons van nature beter voelen; depressies worden onderdrukt.
En hier zit ik, een grensgevalletje kniesoor, despressies op te roepen in koud, ijzig, donker Beijing.
Ik ben niet de enige die lijdt aan lethargie. De meeste vrienden zijn ook wat somber. Nieuwjaarswensen worden met een zucht uitgesproken. Degene bij wie onlangs kanker is geconstateerd is nog het meest vrolijk, merkwaardig genoeg.
Dus een schop onder de kont. Een vriendin had een vraag voor mij: of ik samen met haar wilde werken aan een serie korte verhalen. Hoewel onze schrijfstijlen nogal uiteenlopen, een interessant voorstel. In de bovenkamer werden meteen laden opengetrokken. Hoeveel aanzetjes en opzetjes liggen daar niet opgeslagen?
Zoals ik eerder schreef: het bijhouden van een weblog is een prachtige vorm van uitstel.
Voor die lethargie hoef je niet in China te zitten, Rob. Terwijl het hier niet eens vriest. 8 Graden boven nul. En toch er niet uit gaan.
Die virtuele schop onder de kont wordt hier ook maar eens uitgedeeld.