In het afgelopen jaar nam de bevolking van Beijing toe met een slordig half miljoen, en dus zijn we nu met 20 miljoen; ongeveer 1200 mensen wonen op een vierkante kilometer. Vorige maand werden 40.00 nieuwe auto’s op de weg gesignaleerd: blijkbaar werkt de nummerbordlotterij niet zo goed (of juist wel goed) maar omkoping blijkt dus nog steeds wijdverbreid voor te komen. De luchtvervuiling is minder dan 10 jaar geleden, maar heeft nog steeds, dankzij klimatologische verschijnselen, verschrikkelijke piekdagen.
En we snotteren ons dus door het leven in de grote stad. Twintig miljoen inwoners op elkaars lip en delen hun verkoudheid, de griep (vogel- of anderszins) en andere makkelijk overdraagbare aandoeningen. Kinderen (en mijn leven zit vol met kinderen) pikken van alles op en verspreiden het snel.
Kortom: je bent doorlopend een beetje ongezond.
Gisteravond, toen ik de slaapkamer inliep, viel mij een vreemde geur op. Mijn eerste reactie was: luchtvervuiling. Het rook naar metaal en verf. Ik checkte online de luchtvervuilingsite van de Amerikaanse Ambassade, maar die was niet schokkend. Nou meten zij dat in het centrum, en wij leven aan de rand, waar mogelijk andere enge vervuilers op een laat uur de lucht volpompen met chemicalien, dus helemaal zeker was ik niet.
D.stelde mij gerust. Om het huis te zuiveren van bacterien, hadden hij en de ayi besloten om een (blijkbaar bekend) grootmoeders recept toe te passen.
Sojasaus in de rijstkoker.
Je moet er maar op komen.
De kans is klein dat er lezers van Achterob zijn die samenwonen met een Chinees, maar zij weten dat je niet (nooit!) ingaat tegen de Chinese logica. Als er iets is dat ik heb geleerd: wij komen van verschillende planeten. Kunst, voedsel, humor, medicijnen, omgangsvormen: het is beter om de discussie niet aan te gaan.
Ik voelde me goed vanmorgen.
En Tommy, die de afgelopen week stelselmatig en onverklaarbaar, zijn plas deed voor de ijskast, deed het vandaag keurig in de kattenbak.