De Japanse supermarkt heeft grote Chinese vlaggen aan de gevel, en ook het kleine Japanse restaurant heeft er een tegen de gevel gespijkerd. Daarmee willlen ze zeggen: OK, wij verkopen Japanse waar, maar zijn Chinees. Dus sla mijn ruiten niet in.
De Canadese school sluit volgende week voor een paar dagen of een hele week haar deuren, want hun buurman aan de overkant, de Japanse Ambassade, ligt nogal onder vuur. Als het nieuws rept van stenen-en flessengooiende demonstrantne, dan moet u denken aan plastic flessen.
Het loopt uit de hand op een manier zoals de Chinese regering het graag ziet: het volk blaast stoom af, de aandacht gaat naar iets anders dan lage lonen of corruptie. De aanstaande machtwisseling in China is bijna ondergeschikt gemaakt door dit alles, en misschien is dat precies wat ze willen. Ondertussen laat het nieuws oude filmbeelden zien van Chinese bommenwerpers die bommem gooien, en als je dat een beetje handig in elkaar sleutelt zou het zo maar kunnen lijken op een dreigement.
Op het internet beginnen Chinezen zich te roeren, en wel degelijk tegen wat zij terecht zien als manipulatie. De stenengooiers zijn jonge studenten/partijleden die door hun blokhoofd zijn verzocht zich te melden voor stenengooi-corvee, en blijkbaar komt de regering er dit keer niet echt mee weg. Er is een grote groep Chinezen die dankzij het internet iets meer weet en ziet, en dus niet meer als poppetjes meedoen.
Dat is een belangrijke ommekeer. De volgende president van China zal iets moeten doen met die stem van het volk, de stem die alleen maar luider wordt, dwars door alle censuur heen. Het is inderdaad het internet dat een ommekeer zal brengen in China.