De luchtvervuiling in China is opnieuw het onderwerp van gesprek in mijn vriendenkring.
We lijden eronder: we voelen ons niet echt lekker, en we gooien het snel op ‘ik was wat grieperig’ of ‘ik had geen zin om te werken’.
Het is ook iets psychologisch; als je niet elke morgen naar de computer rent om de laatste nummers van de Amerikaanse ambassade binnen te slpene, voel je je wat beter. Want de zon kan ook schijnen tijdens verschrikkelijke vervuiling,
Ik trek elke morgen het gordijn op een kier. Ik beschouw wat ik kan zien en meet visueel de vervuiling. Ik word er best goed in.
Het is nu 155 terwijl ik dit schrijf, op een zaterdagavond om 11.46; niet slecht.
In Nederland zou dat bere slecht zijn, maar ja, alles is relatief.
Het is goed dat ook de staatsmedia in China de ‘mist’ niet langer ‘mist’ noemen, maar ondweg vervuiling. Dat duidt op een aanpak. Economische groei mag blijkbaar niet langer ten koste aan van het welzijn van het volk. Dat zou een belangrijke stap zijn.
Ondertussen ademen wij door., vertrekt DD voor drie weken naar de provincie voor een familiebezoek. en buffel ik door een paar zware weken in school.