Thailand

Binnen een dag had ik de hartslag van Thailand.

Het is meer dan klimaat, het eten, de tempels, de mensen, de vertrouwde straatbeelden. Na meer dan 20 keer de Thaise douane gepasseerd te hebben, voel ik me niet meer dan de doorsnee toerist, maar wel verschrikkelijk op mijn plek. Weten waar geld gewisseld wordt, wat de menukaart inhoudt, hoe je groet en je je gedraagt, wat het weer gaat doen, dat zijn zaken die je je snel eigen maakt.

Je thuisvoelen is veel meer dan dat.

Deze vakantie ging ik in tegen mijn eigen principes. Nooit te oud om te leren: ik ben een soort regelneef. Mijn vakanties zijn doorgaans gepland van huisdrempel tot huisdrempel: de vluchten, de airport pick-ups, de hotels. Deze keer, en ik weet niet precies waarom, had ik meer een laat-maar-waaien instelling. Zodoende dokteren we het een en ander uit tijdens de vakantie, en dat is leuk met een snufje avontuur.

Wist ik veel dat Koh Chang, een eiland dat ik bijna blind koos op de kaart, geen vliegveld had. Maar gekomen zijn we er: vanuit Chinag Mai naar Bangkok naar Trat en dan met de taxi naar de boot. Had me een jaar geleden vooraf kopzorgen gekost, nu regelde dit zichzelf. Er is zelfs een gapend gat van 6 dagen waarvan we niet weten waar we zullen zijn, en we zitten soms gezellig over de kaart eilandjes te prikken.

De voorlaatste week is wel vastgelegd (een hotel waar we altijd graag wilden zijn, maar wat we nooit konden boeken) maar daarvoor en daarna? Alles is blank.

Een maand in Thailand is een feest.