Een maandag is een maandag en is nooit een erg leuke dag. Twee seconden voor de wekker afging, was ik klaarwakker. Een duistere slaapkamer, een ronkende D. naast me, een behaaglijk bed.
Een snelle douche, licht achter de wolkenkrabbers, voer voor de katten. Op weg.
De schoolbus pikt me op bij de brandweerkazerne tegenover ons huis. Ik doezel een beetje, terwijl mijn Chinese collega’s als vrolijke vogels babbelen. Het verkeer stroomt goed door, om half acht ben ik in school.
“Happy New Year.” mompelen we tegen elkaar in de gangen. Iedereen heeft gereisd, er zijn een aantal jetlags, en verhalen over sneeuw in Amerika, en hoe de laatste vlucht net gehaald werd.
Koffie. Ik maak een kort rondje door langs mijn collega’s in Learning Support. Een nieuwe leerling voor mijn programma komt een dag later, een andere student verhuist naar Chinees, dus even checken.
8.40 komen de eerste leerlingen binnen. Ze zijn allemaal relaxed, volledig destressed, blij om weer in school te zijn. En zo gaat de hele dag: blije kinderen, verhalen over hun vakanties in Denemarken, Taiwan, Thailand, Hawai, Vietnam, en berichten over opkomende verhuizingen naar Zweden en Zuid-Afrika.
Buiten is het koud, binnen zijn we allemaal best gelukkig. Morgen gaan we weer echt aan het werk. Daarover later meer, Ik moet rapporten schrijven in de komende weken.
Buiten is het minus 11C, het is negen uur, tijd voor bed.