Er bestaat in Beijing zoiets als de Capital Club. Members only. Het resideert ergens in het centrum, heeft een zwembad, een bar, een sauna, en ga nog maar even door. Het lidmaatschap bedraagt 130.000 RMB (dat is grofweg 14.000 euro), plus een maandelijke bedrage van 1200 euro, en daarna mag je zelf de drankjes en het eten betalen.
Je gaat er heen om te netwerken. (“Dat is net werken,”, zei Youp van ’t Hek eens) en omdat alle grote jongens van de grote Westerse bedrijven daar kwamen borrelen, moest iedereen daar borrelen.
Ik onmoette vanavond weer eens een vaste bezoeker van die club. Hij zei dat hij nu ‘lid in ruste was’, met andere woorden: hij betaalt zijn maandelijkse bijdrage niet meer. Toen ik zei dat ik dacht dat het wel eens zo zou kunnen zijn dat Westerse bedrijven dit soort uitspattingen niet meer zouden betalen voor hun werknemers, sputterde hij enorm tegen.
Maar na even doorvragen (doorvreten in de zieke zenuw eigenlijk), gaf hij uiteindelijk schoorvoetend toe dat het percentage buitenlanders in deze elite club is gedaald, en dat het nu vooral Chinezen zijn die de dienst uitmaken.
Waarmee ik heb aangetoond hoe het even zit in de wereld.